God dobbelt niet
Overwegingen van een religieus rationalist*
Wim Rietdijk
1. Halve rationalisten
Bijna iedereen beseft tegenwoordig dat atomen, vliegtuigen,
dieren en al het andere "binnen de menselijke maat"
aan precieze natuurwetten plegen te voldoen. Fysici zoals ikzelf
weten bovendien dat die wetten op uiterst vernuftige wijze in
elkaar grijpen, onderling kloppen, deels uit elkaar volgen en
wiskundig heel nauwkeurig kunnen worden uitgedrukt.
En hoewel onze kennis op
dat gebied veel geringer is, beginnen onze deskundigen steeds
meer in te zien dat ook het domein van het psychische - van bewustzijn,
emoties, streven, intelligentie,... - "gewoon zoals andere"
toegankelijk is voor de wetenschap. Het (b)lijkt daar even wetmatig
toe te gaan als op de terreinen van scheikunde en biologie.
Maar nu komt er iets vreemds.
Een inconsequentie die bijna alle "wetmatige", "mathematische"
en "no-nonsense"-rationalisten met open ogen lijken
te begaan. Namelijk datgene wat de filosoof Habermas (in ander
verband) zo treffend aanduidde met de term gehalveerde rationaliteit.
Mijn meeste collega-rationalisten gaan namelijk uit van de volgende
stelling:
"Het moge dan waar zijn
dat alles binnen onze menselijke maat - van vliegtuigen tot bewustzijn
- aan verfijnd-mathematische en coherent in elkaar grijpende wetten
voldoet, maar dat houdt natuurlijk op zodra je komt op een
qua ruimte en tijd bóvenmenselijk niveau. Daar is het universum
één grote chaos."
De evolutie, of zelfs al
het levenslot van een enkel individu, en het verloop van de geschiedenis
heten in de "gehalveerd-rationalistische" opvatting
ineens helemáál niet te voldoen aan coherente, vernuftig
in elkaar grijpende wetmatigheden. "De wetten van de natuur
zijn veel te weinig coherent, te lokaal-werkend en gewoon niet
slim genoeg om in zulke bovenlokaal-gecompliceerde zaken orde
te scheppen", zo denkt men ongeveer.
2. Wat
betekent religie voor mij?
Ze betekent voor mij zowel een hypothese als een innerlijke
ervaring.
In de eerste plaats de hypothese
"God":
Onze individuele psyche coördineert, als een soort centrale
commandopost, onze handelingen, zonder daarbij enige natuurwet
te schenden. Integendeel, het wordt steeds duidelijker dat
zo'n individuele psyche "gewoon" deel vormt van
het wetmatige functioneren van de natuur. Ja, hierin blijken de
natuurwetten opnieuw zozeer "vernuftig in elkaar te grijpen"
dat ze mijn - behoorlijk gecompliceerde - organisme efficiënt
besturen via zo'n integrerende centrale. Welnu, mijn zowel
wetenschappelijke als religieuze hypothese behelst dat iets soortgelijks
als zich manifesteert in óns organisme, ook optreedt in
het universum als geheel.
Dat wil zeggen dat, waar
de natuur in het geval van óns organisme al de doelmatigheid
"opbrengt" om natuurwetten geïntegreerd te doen
optreden in de vorm van een "psyche" met bewustzijn,
strevingen enzovoort, het allerminst onwetenschappelijk of
onwaarschijnlijk is dat zij dat in beginsel wel vaker doet.
Bijvoorbeeld, dat ook ten aanzien van iets zo gecompliceerds als
het universum als totaal, de verfijnde coherentie en integratie
van natuurwetten die ónze psyche creëren, iets analoogs
op veel hoger niveau "presteren". Simpelweg als manifestatie
van de ordenende "efficiency" die natuurwetten überhaupt
kenmerkt. Het resultaat zou je "God" kunnen noemen.
Die zou al evenmin "bovennatuurlijk" zijn als onze eigen
geest. Hij zou de Oergrond vormen waarin de wetten geïntegreerd
zijn als een uiteindelijk coördinerende Psyche. Ofwel
de meest geavanceerde uitdrukking van verfijnd wetmatig besturen
van gecompliceerde gehelen. Exit wonderen en tovenarij, exit
dogma's, exit traditioneel atheïsme, exit een chaotisch-amoreel
universum. Tot zover mijn "super-rationalistische" hypothese.
En nu in de tweede plaats
mijn religie als innerlijke ervaring. Die behelst een diepe verbondenheid
met, en een integratie van mijn streven en hopen in, de Overziel
die ik boven bedoelde. Een intense ontroering ook door wat Hij
- in een zonsondergang, in muziek, in een lichamelijk en/of geestelijk
prachtig seks-"object",... - soms te verstaan geeft
over de coherenties en implicaties van de wetten die Hij integreert.
3. Tamelijk
alleen met Onze Lieve Heer
U begrijpt dat ik velen onder mijn mede-rationalisten van
mij vervreemdde door de gedachte dat ook de grote dingen verre
van toevallig zijn, en zelfs meer zin hebben dan onze ontwakende
vermogens er ooit in zouden kunnen leggen.
Niet dat ik hierdoor ook
maar enigszins ben terechtgekomen in het kamp van de anti-rationalisten
- van de paus, New Age of boeken zoals De dingen hebben hun
geheim, waarin onkenbaarheid, onzekerheid en het buiten-wetenschappelijke
positief worden gewaardeerd. Nee, de anti-rationalisten verfoeien
mij uit de grond van hun hart. U zult nog beter begrijpen waaróm
als ik nu enkele concrete stellingen formuleer:
(1) Als de waarheden van de religie niet juist zijn in de wetenschappelijke
zin, hoe dan wel? Symbolisch? Dat zou ik kunnen aanvaarden, als
het maar duidelijk is wat er aan reëels wordt gesymboliseerd.
(2) Neem als voorbeeld een mogelijk leven hierna. Zonder wetenschappelijk
onderzoek valt dat nauwelijks zinvol te benaderen. Denk aan bijna-dood-ervaringen,
uittredingsverschijnselen, gepretendeerde herinneringen aan vroegere
levens, en mediamieke fenomenen. Nú werken wereldwijd zegge
en schrijve 20 full-time onderzoekers op het terrein van het paranormale.
Is dat niet belachelijk weinig? Immers, waar er onder meer gevallen
bekend zijn van bijna-doden die nadien zaken beschrijven die zij
niet normaal hebben kunnen waarnemen, is het niet erg rationeel
zó kleinschalig onderzoek te verrichten op een gebied dat
wezenlijk is voor zinnige religie. Hoe passief ook stellen die
twee derden van alle Amerikaanse hoogleraren die menen dat het
paranormale waarschijnlijk of zeker een reëel fenomeen is,
zich dan verder blijkbaar op! We moeten gewoon ophouden, cruciale
levensproblemen voornamelijk te benaderen via wijwater, theologische
controversen en diepzinnige discussies over "het existentiële"
of het "onkenbare". Nuchter onderzoek vormt een
vruchtbaarder methode...
(3) Gedachten over doel en zin van het leven die slechts berusten
op subjectieve interpretaties in plaats van op een (vermoede)
reële "constructie" van de wereld, vormen zelfbegoocheling.
Wanneer er noch een voortbestaan, noch een morele orde in die
wereld zou zijn, waren al onze inspanningen uiteindelijk futiel
en vormt religie bedrog. De essentie van "zin" is immers
dat de eindoverwinning van het goede op het kwade wetmatig is
verankerd in de aard van de wetten van het universum.
"Geloof" moet niet
meer pretenties bezitten dan een vooruitlopen op nog nader te
verifiëren wetenschappelijke feiten (die relevant zijn voor
een positieve bestemming van de mens). Anders houd je jezelf gewoon
voor de gek. Denk speciaal aan dat voortbestaan en die morele
orde.
Aan beide "geloof"
ik in de bedoelde, op wetenschappelijke kennis vooruitlopende
zin.
Eerlijk gezegd, heb ik religie
in de hier geschetste betekenis ook hard nodig. Want nog afgezien
van al die rationalisten en anti-rationalisten die mij allemaal
niet mogen, vind ik - met velen - de wereld om me heen nu niet
altijd zo enorm plezierig. En ik ben ook al niet ongevoelig, dom
en immoreel genoeg om een innerlijk compromis te sluiten met de
gotspes van het bestaan. (Ik denk hier bijvoorbeeld aan het vaak
voorrang geven aan "privacy" boven de waarheid in ons
rechtsbestel, aan het feit dat klokkeluiders, die misstanden naar
buiten brengen, veel vaker ontslagen dan gedecoreerd worden, of
aan de vaststelling door McKinsey dat vooral bureaucratie en traagheid
bij het toewijzen van bouwgrond onze woningproductie zo laag houden
dat de huizenprijzen hier driemaal zo hoog zijn als in de VS.)
Zonder een objectieve morele orde die ook het laatste woord heeft,
hoeft het voor mij allemaal niet.
Zoals verder boven al duidelijk
was, ben ik niet alleen naar Onze Lieve Heer en zijn evolutionaire
coherentie gebracht als bescherming tegen het negatieve en omdat
ik levensvervulling niet zoek in sport, uitvoerige consumptie
of het opgaan in sociale activiteiten en groepen. Aansluitend
bij het slot van sectie 2 vormt het een zekere merkwaardigheid
van mijn instelling dat erotische, esthetische en zelfbehoud-instincten
intens zijn verbonden met ervaringen van het moreel verhevene.
Met de uiterste vorm van aangrijpende eerbied voor en mee-ervaren
van diepe samenhangen en harmonieën in de wereld en haar
wetten. Dit maakte dat ook mijn religie de kracht heeft van instinct,
van "biologisch-vitale intensiteit en hartstocht". Zelfs
in de paddestoelwolk die zich langzaam verheft tot in de stratosfeer
hoor ik Zijn stem die spreekt:
"I neither play dice, nor can I be outwitted." ["Ik
dobbel niet, noch kan iets mij te slim af zijn."]
Het voorgaande maakt het
ook gemakkelijk om als nonconformist alleen te staan. Ik begrijp
dan ook niets van hen die zich door hun omgeving conventies en
zelfs een onberedeneerbare moraal laten opdringen of in-manipuleren.
Mijn enige, naar ik meen redelijk fundeerbaar ethisch waardenfundament
is dat lijden dient te worden bestreden en geluk bevorderd. (Persoonlijk
maakte de opvoeding het me niet moeilijk: mijn religieus vrijzinnige
ouders drongen me weinig op, al deelden zij wel in diverse conventies
van hun tijd en "klasse".)
4. De
moderne fysica suggereert het falen van "gehalveerde rationaliteit"
Gedurende de laatste decennia bewees de quantummechanica,
theoretisch en experimenteel, dat er natuurwetten bestaan die
fundamentaal uitgaan boven een oorzakelijkheid die in tijd en
ruimte louter lokaal is. Dat wil zeggen: sommige natuurwetten
bewerken onder zekere omstandigheden boven-lokale patroonvorming
of "orkestratie" in het gebeuren.
We zien dit onder meer gebeuren
bij de beroemde paradox van Einstein, Podolsky en Rosen
(EPR). Die behelst het volgende. Twee deeltjes A en B (bestaande
uit materie of licht) worden vanuit een gemeenschappelijke bron
E gelijktijdig in tegengestelde richtingen uitgezonden. E is bijvoorbeeld
een atoom, en A en B zijn "fotonen" ofwel lichtflitsen.
Onder bepaalde omstandigheden blijkt dan dat A qua vaststelbaar
gedrag wordt beïnvloed door metingen die op B worden verricht
(en omgekeerd)! Dat wil zeggen, zelfs op grote onderlinge afstand
blijken A en B in hoge mate één geheel te vormen,
waarvan de delen - onmiddellijk - op elkaars ervaringen reageren.
Dit gaat zelfs nog op wanneer
A en B ver van elkaar gelijktijdig worden beïnvloed
(bijvoorbeeld gemeten). Dan kan namelijk zelfs het snelst mogelijke
signaal uit B - licht - nooit op tijd bij A arriveren om aldaar
te "melden" wat er bij B werd gedaan. Toch blijkt A
zich anders te gedragen naargelang wat er met B gebeurt! A en
B blijken dus ergens te worden "gecoördineerd"
ook zonder dat ze onderlinge signalen kunnen uitwisselen. Ze worden
door "patroonvormende", boven-lokale wetten op elkaar
afgestemd.
Tenslotte blijkt de natuur
zo "slim" te zijn dat ze toch verhindert dat bijvoorbeeld
de mens echte informatie van A naar B kan zenden, of omgekeerd.
De verrassende - ja, revolutionaire
- ontdekking bij dit experiment is dus in feite geweest dat sommige
natuurwetten in die zin boven-lokaal patroonvormend blijken te
zijn, dat ze bij hun ordenende werking in bepaalde mate grenzen
van ruimte en tijd kunnen overschrijden.
Sommige natuurkundigen noemen
dit de meest fundamentele ontdekking van de twintigste eeuw. Immers,
ze betekent in beginsel de weerlegging van de eerder genoemde
"gehalveerde rationaliteit". Boven-lokale coördinatie
(van gebeurtenissen met A en B) blijkt bij de EPR-paradox besloten
te liggen in de wetten van de quantummechanica.
In enkele publicaties in
de vakliteratuur toonde ik aan dat bepaalde bovenlokale invloeden
niet alleen grenzen van ruimte overschrijden, maar ook die van
tijd. Er is niet alleen een tweezijdige wisselwerking, feedback,
tussen onderling door ruimte gescheiden meetresultaten,
maar soms zelfs ook tussen gebeurtenissen die resp. verleden en
toekomst voor elkaar zijn.
Conclusie: Ook de fysische wereld blijkt in die zin (deels?)
een organisme te zijn, dat daarin bovenlokaal-patroonvormende
- maar zeer coherent-wiskundige - wetten niet alleen hier-en-nu
orde scheppen, maar ook meer-omvattende gehelen a.h.w. kunnen
"orkestreren". Zoals bijvoorbeeld wat er gebeurt
met A en B.
Inderdaad, de 19e-eeuwse
biljardbal-natuurkunde schoot tekort. Niet in haar oordeel dat
de wereld wetmatig functioneert, maar in haar onderschatting
van de indrukwekkende verstrékkendheid van haar wetten.
5. Religie
voor de 21e eeuw
Ik ga geen 95 stellingen openbaar maken, zoals die waarmee
Luther de Hervorming startte, maar een tiental moge toch dienen
om mijn voorstel conreet te maken tot stevige accentverschuiving
- en redding - van de religie.
(1) Ze moet ophouden zich vooral te verbinden met traditie en
geloven op gezag, maar zich positief richten op evolutie
in de ruimste zin (naar "het Koninkrijk Gods"). Ze moge
nu dan toegeven dat de biologische evolutie "de vertaling
in concreet-wereldse termen" vormt van het scheppingsverhaal,
maar die concessie is half werk. Ze moet, "met bezield enthousiasme",
bovendien gaan inzien dat ook hier en nu de biologisch-genetische,
de maatschappelijke en de geestelijk-morele evolutie - de vooruitgang
- niets anders is dan de implementatie van die schepping in
de actuele realiteit.
(2) Nog concreter, doet zij er goed aan, de "rode draad van
vooruitgang" in de geschiedenis te herkennen en zich ermee
solidair te betonen: solidair met de toenemende bewustwording,
articulatie en/of ruimere toepassing van 's mensen intelligentie,
gevoelsleven en morele intuïties en argumenten over naastenliefde
en integriteit die in concreto de bedoelde vooruitgang bepalen.
Dat wil bijvoorbeeld zeggen:
positieve interesse voor onderzoek naar een eventueel menselijk
voortbestaan, voor genetisch onderzoek ook ter verbetering van
de mens en zelfs voor een "nieuwe fysica" zoals die
welke EPR ondekte.
Laat de religie verder beseffen
dat áls er eventueel echt toeval en wezenlijke onzekerheid
zouden bestaan in het wereldbestel, dit noodlottig zou zijn voor
enigerlei "Goddelijk Plan", en de vestiging van het
Koninkrijk Gods op losse schroeven zou zetten.
(3) De religie moet ophouden, vooral op de hand te zijn van de
gevestigde orde en als het ware de sanctionering en sacralisering
te vormen van wat "de groep" aan mores, politiek-culturele
correctheid en ideologie voorstaat. En ze was en is inderdaad
op de hand van dat "gevestigde". Vroeger zegenden priesters
bijvoorbeeld de wapens van de machtigen, en momenteel verzetten
vooral religieuze groepen zich vaak tegen ingrepen in wat je zou
kunnen noemen de "biologische gevestigde orde":
tegen abortus, euthanasie en genetische manipulatie van de mens.
De bestaande mens heet van God gegeven en onaantastbaar.
(4) Voor mij persoonlijk is religie vóór alles een
fundament om te overleven ondanks het bestaande en de tekorten
ervan, een voorlopig-hypothetisch vooruitlopen op de "wetenschap
van de grote dingen" die meer definitieve oplossingen biedt.
Veel religie interesseert
zich daarentegen niet voor onderzoek inzake een voortbestaan na
dit leven, of wil de mens juist afhánkelijk houden van
de overmacht der natuur door zich te verzetten tegen euthanasie,
genetische kwaliteitsverhoging en/of het levensbeëindigend
ingrijpen bij ernstig gehandicapt geborenen. Zij is een bondgenoot
van hen die al de hele geschiedenis door de mens hulpeloos, onzeker,
angstig en dus manipuleerbaar hebben willen houden.
(5) Religie is de hypothese dat het lijden en het kwaad niet het
laatste woord hebben in ons bestaan. Dat er inderdaad niets bestaat
dan feiten en relaties tussen feiten (Taine), maar dat er aanwijzingen
zijn dat nog onontdekte daarvan een zinvol antwoord zullen
betekenen op onze levensvragen en morele intuïties.
Religie ligt dus ook helemáál
niet "op een ander vlak" dan dat van die feiten en relaties.
(6) Waarden van goed en kwaad dienen niet op gezag te worden ontleend
aan oude boeken, maar te worden getoetst aan wat in redelijkheid
het totale welzijn verhoogt en het lijden vermindert. De dan resulterende
integriteit en naastenliefde vereisen bijvoorbeeld allerminst
een seksueel restrictieve moraal of verzet tegen euthanasie. Integendeel.
En bovendien zijn de grote levensvragen niet op te lossen door
mythen of subjectivistische filosofieën, maar door onderzoek.
(7) Het moeilijkste van alle problemen is dat van het lijden,
dat bovendien zo vaak zinloos lijkt. Ik suggereer een, heel voorlopige,
beginsel-oplossing:
Ook de "Ziel van het universum", het integrerende Beginsel
van de wetten, kan geen cirkel tegelijk vierkant maken. Evenmin
kunnen die wetten het aanzijn geven aan een volmaakte mens via
toepassing van tovenarij, door de evolutie over te slaan. Een
evolutie vol strijd, angst, leed en mislukkingen. Maar laten we
proberen die te ervaren als offers. Als offers die we brengen
als deel-belichaming van die wetten, als helpers van het Scheppende
in Zijn werk.
(8) De gedachte dat een eventueel voortbestaan, en de zin van
leven en evolutie, "onkenbaar" zouden zijn voor de wetenschap,
vormt een moderne versie van wat eeuwenlang gebeurde: wat niet
door wetenschap, techniek en een rationele moraal kan worden opgelost,
blijft vrij operatieterrein voor ideologen en manipulatoren. Vandaar
hun reserve en relativering t.a.v. die wetenschap enzovoort.
(9) Het sterkste contrast met religie vormt momenteel niet de
wetenschap maar het relativisme en chaos- en onzekerheidsdenken
die nu domineren in filosofie, diverse maatschappijwetenschappen
en incoherente ("moderne") kunst. Een geest van ongerichtheid
tot in het onderwijs, van een niet op weg zijn en koketteren
met "de leegte" en "zinloosheid". Wat de betrokkenen
plegen te missen is ontroerbaarheid en morele bewogenheid.
(10) Het voorgaande is verre van een pleidooi voor afwachten tot
de wetenschap onze problemen heeft opgelost. Immers, religieus
voelend ervaar ik reeds nu mijn strevingen, ontroeringen, moraal
en de offers die ik breng als geïntegreerd in niet-toevallige
evolutiekrachten en in een "Wereldziel". Wel geeft de
wetenschap al aanwijzingen - denk aan het bovenlokale, telepathie,...
- om zo'n "coöperatie" als realistisch te kunnen
beleven. Meditatie en gebed lijken in dit verband allerminst zinloos.
Denkende aan de deeltjes
van Einstein, Podolsky en Rosen, aan telepathische invloeden ook
onder de oppervlakte, aan majestueuze beelden van bijbel-auteurs
en aan wat op mij overkomt bij Orffs Carmina Burana, waag ik het,
aan te nemen dat Einstein zelfs meer gelijk had dan hij besefte
toen hij Bohr voor de voeten wierp: "God dobbelt niet".
Soms angstig en bevend, probeer
ik mijn taak binnen Zijn werk te volbrengen. Onwankelbaar boven
mij volvoeren de sterren de hunne in hun loop.
----------------
* Dit artikel verscheen oorspronkelijk in HP/de Tijd van
21 april 2000.
Please react! See our Discussion Page
Return to Mainpage
Access count: